Een goed voorbeeld van een product dat in de markt wordt gezet als ‘groen’ is de katoenen tas, steeds vaker te zien als alternatief voor plastic tassen. Hartstikke milieuvriendelijk. Of toch niet? Er is wereldwijd veel onderzoek naar gedaan.
Volgens recent Deens onderzoek moet je dat hippe milieuvriendelijke katoenen tasje met dat leuke printje ruim zevenduizend keer gebruiken voordat het mínder schadelijk wordt dan een plastic tas. Uiteraard, het hangt af van een boel factoren, zoals het precieze materiaal, waar het geproduceerd is, hoe het in de winkel terecht is gekomen en hoe vaak het in gebruik genomen zal worden, maar over het algemeen – alle onderzoeken naast elkaar gelegd – kun je ervan uitgaan dat een linnen tas in de praktijk dus niet milieuvriendelijker is dan een plastic variant. Dat ligt niet aan de tas, maar aan hoe wij met producten omgaan. Minimalisme – met gezond verstand en de wetenschap als raadgever – is het antwoord. We moeten minder gebruiken. Veel minder. En als we iets gebruiken, dan moeten we daar zuiniger op zijn. Véél zuiniger.
Of een product duurzaam is of niet ligt vaak niet aan het product zelf. Het ligt aan ons. Dat is een pijnlijke constatering, maar tegelijkertijd biedt het hoop te weten dat er in onze directe omgeving nog talrijke mogelijkheden tot verbetering zijn. Verbeteringen die niet afhankelijk zijn van de industrie maar van onze eigen gewoontes, principes en leefwijze.
In een zwart-witte wereld stoppen we met de luchtvaart; ineen grijze wereld beperken we het tot een minimum door bijvoorbeeld vluchten over land korter dan duizend kilometer te verbieden, roepen we zowel halfvolle commerciële als privé-vluchten een halt toe en doen we er technisch en operationeel alles aan om vliegen zo klimaatneutraal mogelijk te maken. In een zwart-witte wereld zouden we al het plastic verbieden, in een grijze zeggen we enkel het single-use plastic vaarwel.
In de meeste gevallen komt het neer op kiezen tussen twee opties: stoppen of verbeteren. Verbeteren heeft vaak meer perspectief. En wat het allerbeste zou zijn, is om het niet overdertig jaar te doen, maar nú.